Zou het legaliseren van drugs een oplossing zijn voor het drugsgeweld?
In de discussie over drugs komen twee termen terug: reguleren en legaliseren. Met legaliseren wordt bedoeld dat drugsgebruik, -verkoop, -handel en/of -productie legaal wordt. Reguleren gaat vervolgens over welke regels er daarna gelden: waar mag je drugs (ver)kopen, wat is de samenstelling en hoe controleer je als overheid daarop?
Daarnaast is het voor Nederland niet mogelijk om zelf een besluit te nemen over legalisering. We zijn namelijk gebonden aan Europese wet- en regelgeving. Maar wat als we als land wél zelf konden besluiten? Dan blijft er nog altijd een illegale markt over in de rest van Europa, met de criminaliteit en het geweld dat daarbij hoort. De haven in Rotterdam heeft een ideale ligging in Europa en zal daarom gebruikt blijven worden als een van de ingangen tot de Europese zwarte markt.
Wat zou het legaliseren van harddrugs nog meer betekenen? Bij het legaliseren moeten drugs aan diverse wettelijke voorwaarden voldoen (net als alcohol), bijvoorbeeld als het gaat om kwaliteit. Hierdoor zullen de drugs duurder gaan worden. ‘Gelegaliseerde drugs’ kunnen op die manier niet concurreren met drugs die verkocht worden door criminelen. Zeker niet wanneer er ook nog belasting wordt geheven op gelegaliseerde drugs. Dit is ook gebleken in landen waar bijvoorbeeld softdrugs zijn vrijgegeven. Het effect van legaliseren en reguleren zal dus beperkt zijn: er blijft een zwarte markt waar goedkopere drugs worden aangeboden. Het geweld in de stad verdwijnt dan ook niet.
Bovendien zijn lang niet alle drugs geschikt voor legalisering vanwege een te groot risico op verslaving en gezondheidsschade. Het is de taak van de overheid om mensen te beschermen. Legalisatie geeft het signaal af dat de overheid het gebruik goedkeurt, terwijl dit niet zo is. Naast dat veel drugs (zoals cocaïne) erg verslavend zijn, kunnen zij ook gevaarlijk zijn. Eén XTC-pil kan er al voor zorgen dat iemand overlijdt. Zelfs wanneer deze pil getest is. Met legaliseren beschermen we mensen dus niet.